Onze 1000-soorten tuin !
15-12-2024
Als bioloog had ik altijd al interesse in al wat springt, vliegt, kruipt, zwemt, fladdert en zoemt. De laatste jaren is het plantenrijk mij bijzonder gaan boeien, zeker omdat een veelheid aan inheemse planten een weelde van diersoorten kan aantrekken. Toen we in 2020 naar ons plekje in de Condroz verhuisden, was onze tuin een strak gazon met een paar fruitbomen. Aan de westkant is de tuin omzoomd door een prachtig oud Ferraris beukenbos en achteraan grenst het aan een weiland met mooi verzicht.
Kort na onze verhuis begonnen we plannen te maken om onze tuin om te vormen tot een oase voor onszelf en de lokale biodiversiteit. Een poel werd gegraven en een 350-tal inheemse struiken werden geplant als vogelbosjes. Het strakke gazon werd eerst omgevormd tot lang gras met gemaaide graspaden en nu enkele jaren later kunnen we toch al spreken van een bloemenweide. Frank ging aan de slag in de verlaten moestuin met zowel groenten als plukbloemen en we plantten eveneens een 20tal bessenstruiken, twee hoogstam appelbomen en een notelaar.
Initieel was ik vooral geïnteresseerd in de ‘grote’ zoogdieren van het naburige bos, de lokale ‘big five’ zeg maar, zijnde everzwijn, ree, vos, das en jawel ‘wilde kat’. In de winter observeerde ik de gevederde bezoekers op de voederplank: de grote bonte specht, appelvink, putter en boomklever blijven favorieten. In de lente probeerde ik de dagvlinders op naam te brengen alsook de libellen en waterjuffers. Intussen hield ik een logboek bij van alle plantensoorten die wijzelf inplanten of inzaaien, naast de geïdentificeerde wilde bloemen die spontaan uit de zaadbank opkwamen. Het begin van een soortenlijstje was opgestart. Niet langer enkel de grote, aaibare diersoorten, maar evengoed kleinere consoorten en planten.
De beplanting sloeg aan en werd elk jaar groter en sterker. We kregen het maaibeheer van ons hooiland onder de knie en de diversiteit wilde bloemen neemt elk jaar toe. De poel is een explosie van leven geworden waar het goed vertoeven is. Ik raakte steeds meer geïntrigeerd in al dat leven. De verrekijker, een nachtvlinderval, een schepnetje, vier wildcamera’s en een loep hielpen me bezig om al dat moois te documenteren. Een stapel identificatiegidsen en vooral de wonderbaarlijke app ‘obsidentify’ hielpen om de soorten te identificeren. De soortenlijst werd langer en langer ...
Op een dag hoorde ik van ‘de 1000-soorten tuin’ en een groep enthousiaste natuurliefhebbers die alle ‘organismen’ in hun tuin op naam brengen en oplijsten met als ultieme einddoel tot een lijst te komen van 1000 soorten en soms zelfs meer. Er waren ook mensen bij met een kleine stadstuin. Dat moest bij ons dus ook kunnen. Ik had er een uitdaging en hobby bij.
Het is een pracht van een parcours geworden met vele geluksmomentjes, hierbij enkele memorabele hoogtepunten:
Een volger en natuurliefhebber die dezelfde uitdaging aanging gaf deze mooie commentaar op een vorige post: ‘Op 500 soorten lijkt het moeilijk om meer aan je lijst toe te voegen, maar bij 1000 besef je dat nog lang niet alles gedocumenteerd is!’ Dat klopt helemaal en ik ben dus verre van klaar. Mijn volgende investering is een microscoop om de microkosmos helemaal in te duiken.
Echt diehards zullen misschien even fronsen bij mijn lijst: sommige vliegjes zijn nog niet op soortniveau geïdentificeerd, ik tel zowel wilde planten, maar ook degene die ik zelf gezaaid en geplant – en dus geïntroduceerd heb. Het overgrote merendeel zijn inheemse soorten maar er zitten een aantal cultivars bij die hier al stonden. Je kan er heel strikt in zijn wat je al dan niet meetelt, dat is zoals je zelf wel. Uiteindelijk gaat het niet over het getal 1000, maar is het eerder het ontdekkingsparcours. Een waar plezier en positieve ervaring. Een ommetje in de tuin met de hond wordt nu al snel een uur van verwondering. In tijden waar het niet zo goed gaat met de natuur en onze biodiversiteit geeft het voldoening en hoop te weten dat daar waar je groene ruimtes natuurlijk inricht de natuur haar plekje wel weet te veroveren. Tuin per tuin kunnen we wel degelijk een verschil maken.
De brandende vraag op eenieders lippen is uiteraard: wat was de 1000e soort? Wel, een algemene inheemse paddenstoel met de mooie naam ‘het gewone donsvoetje’, aka Tubaria furfuracea die leeft van dood organisch materiaal. Ik vond dit examplaar zonet onderaan onze gemengde heg. Op zich niets bijzonder en toch heel waardevol in het mini-ecosysteem wat onze tuin is, want elke soort telt en is onderdeel van het voedselweb. Ik heb het gevoel dat er qua paddenstoelen nog heel wat potentieel is en zin me erin te verdiepen. Fauna, flora maar ook fungi!
Wil jij zelf ook graag aan de slag met een 1000-soorten tuin of gewoon meer natuur in je tuin, blijf ons dan volgen. In het nieuwe jaar bieden we een gratis webinar aan vol tips voor biodiversiteitsvriendelijke en natuurlijke tuinen. Of wil je eens een kijkje komen nemen in onze achtertuin, dat kan ook. Op 7-8 juni 2025 doen we mee aan de Velt ecotuindagen. Iedereen is welkom in de Condroz. Tot dan fijne eindejaarsfeesten aan iedereen en ik wens jullie een nog groener 2025!
Kort na onze verhuis begonnen we plannen te maken om onze tuin om te vormen tot een oase voor onszelf en de lokale biodiversiteit. Een poel werd gegraven en een 350-tal inheemse struiken werden geplant als vogelbosjes. Het strakke gazon werd eerst omgevormd tot lang gras met gemaaide graspaden en nu enkele jaren later kunnen we toch al spreken van een bloemenweide. Frank ging aan de slag in de verlaten moestuin met zowel groenten als plukbloemen en we plantten eveneens een 20tal bessenstruiken, twee hoogstam appelbomen en een notelaar.
Initieel was ik vooral geïnteresseerd in de ‘grote’ zoogdieren van het naburige bos, de lokale ‘big five’ zeg maar, zijnde everzwijn, ree, vos, das en jawel ‘wilde kat’. In de winter observeerde ik de gevederde bezoekers op de voederplank: de grote bonte specht, appelvink, putter en boomklever blijven favorieten. In de lente probeerde ik de dagvlinders op naam te brengen alsook de libellen en waterjuffers. Intussen hield ik een logboek bij van alle plantensoorten die wijzelf inplanten of inzaaien, naast de geïdentificeerde wilde bloemen die spontaan uit de zaadbank opkwamen. Het begin van een soortenlijstje was opgestart. Niet langer enkel de grote, aaibare diersoorten, maar evengoed kleinere consoorten en planten.
De beplanting sloeg aan en werd elk jaar groter en sterker. We kregen het maaibeheer van ons hooiland onder de knie en de diversiteit wilde bloemen neemt elk jaar toe. De poel is een explosie van leven geworden waar het goed vertoeven is. Ik raakte steeds meer geïntrigeerd in al dat leven. De verrekijker, een nachtvlinderval, een schepnetje, vier wildcamera’s en een loep hielpen me bezig om al dat moois te documenteren. Een stapel identificatiegidsen en vooral de wonderbaarlijke app ‘obsidentify’ hielpen om de soorten te identificeren. De soortenlijst werd langer en langer ...
Op een dag hoorde ik van ‘de 1000-soorten tuin’ en een groep enthousiaste natuurliefhebbers die alle ‘organismen’ in hun tuin op naam brengen en oplijsten met als ultieme einddoel tot een lijst te komen van 1000 soorten en soms zelfs meer. Er waren ook mensen bij met een kleine stadstuin. Dat moest bij ons dus ook kunnen. Ik had er een uitdaging en hobby bij.
Het is een pracht van een parcours geworden met vele geluksmomentjes, hierbij enkele memorabele hoogtepunten:
- Een 1m lange ringslang op jacht in onze poel en een jaar later ook 3 kleintjes
- Het gelijktijdig uitsluipen van een 25-tal nimfen van keizerlibel op de gele lis in onze poel
- De wasbeer op de wildcamera (gezien zijn exotische oorsprong, misschien eerder een dieptepunt)
- Het bijzondere schouwspel van metamorfose van honderden junikevers die wolken vormden rond onze fruitbomen
- Een 20-tal puttekes van larven van gevlekte mierenleeuwen in het zand van ons tuinkot
- Het nest van een winterkoninkje op de plantenpotten in datzelfde tuinkot
- Drie gewone dwergvleermuizen die ’s avonds boven het gras en de poel jagen al 4 jaar na elkaar
- Vijf prachtige rupsen van de koninginnepage op één grote dilleplant
- Vuursalamanders die uit het bos nu ook doordringen tot de bosrand van onze tuin tijdens natte herfstnachten
Een volger en natuurliefhebber die dezelfde uitdaging aanging gaf deze mooie commentaar op een vorige post: ‘Op 500 soorten lijkt het moeilijk om meer aan je lijst toe te voegen, maar bij 1000 besef je dat nog lang niet alles gedocumenteerd is!’ Dat klopt helemaal en ik ben dus verre van klaar. Mijn volgende investering is een microscoop om de microkosmos helemaal in te duiken.
Echt diehards zullen misschien even fronsen bij mijn lijst: sommige vliegjes zijn nog niet op soortniveau geïdentificeerd, ik tel zowel wilde planten, maar ook degene die ik zelf gezaaid en geplant – en dus geïntroduceerd heb. Het overgrote merendeel zijn inheemse soorten maar er zitten een aantal cultivars bij die hier al stonden. Je kan er heel strikt in zijn wat je al dan niet meetelt, dat is zoals je zelf wel. Uiteindelijk gaat het niet over het getal 1000, maar is het eerder het ontdekkingsparcours. Een waar plezier en positieve ervaring. Een ommetje in de tuin met de hond wordt nu al snel een uur van verwondering. In tijden waar het niet zo goed gaat met de natuur en onze biodiversiteit geeft het voldoening en hoop te weten dat daar waar je groene ruimtes natuurlijk inricht de natuur haar plekje wel weet te veroveren. Tuin per tuin kunnen we wel degelijk een verschil maken.
De brandende vraag op eenieders lippen is uiteraard: wat was de 1000e soort? Wel, een algemene inheemse paddenstoel met de mooie naam ‘het gewone donsvoetje’, aka Tubaria furfuracea die leeft van dood organisch materiaal. Ik vond dit examplaar zonet onderaan onze gemengde heg. Op zich niets bijzonder en toch heel waardevol in het mini-ecosysteem wat onze tuin is, want elke soort telt en is onderdeel van het voedselweb. Ik heb het gevoel dat er qua paddenstoelen nog heel wat potentieel is en zin me erin te verdiepen. Fauna, flora maar ook fungi!
Wil jij zelf ook graag aan de slag met een 1000-soorten tuin of gewoon meer natuur in je tuin, blijf ons dan volgen. In het nieuwe jaar bieden we een gratis webinar aan vol tips voor biodiversiteitsvriendelijke en natuurlijke tuinen. Of wil je eens een kijkje komen nemen in onze achtertuin, dat kan ook. Op 7-8 juni 2025 doen we mee aan de Velt ecotuindagen. Iedereen is welkom in de Condroz. Tot dan fijne eindejaarsfeesten aan iedereen en ik wens jullie een nog groener 2025!
Reacties
- Merci à vous de (re-) créer la vie! (Vincent D.)
Geef een reactie